Netwerkkunde zou een verplicht vak moeten zijn

“Als minister van onderwijs van het nieuwe kabinet zou ik meteen drie vakken verplicht stellen in het beroepsonderwijs: motivatiekunde, netwerkkunde en samenwerkingskunde.” Aldus Gürkan Çelik op 20 november in Trouw.

Coach Bianca Heynis en netwerkexpert Lin McDevitt-Pugh geven hem groot gelijk, zeker wat betreft netwerkkunde. Het WODC, het SCP en het Verwij Jonker Instituut hebben het al eerder aangegeven: In al hun onderzoeken hierover blijkt dat het voor jongeren met een migratieachtergrond zelfs urgent is. De Sociaaleconomische Raad (SER) en het ministerie van Onderwijs (OCW) zien sociale netwerken van jongeren als speerpunt voor de toekomst. Zeker in het perspectief van leren naar de toekomst waarbij we niet weten, onder andere door alle technologische ontwikkelingen, wat de banen voor later worden.

Urgent

Het is kraakhelder: alles wat tot nu toe geprobeerd is, is onvoldoende effectief. Het resultaat: op school gaat het goed met jongeren met een migratieachtergrond maar werk vinden, ho maar! Urgentie is vereist.

En urgent handelen blijft uit.  Waarom? 

Een antwoord op het probleem

Heynis en McDevitt-Pugh hebben het programma Back-Up Netwerkt! ontwikkeld, voor vo en mbo, als antwoord op het probleem. Ze gebruiken reeds beproefde methoden om jongeren met een migratie achtergrond en jongeren die in Nederland geboren zijn, netwerkkunde te leren. De jongeren leren hoe ze hun netwerken kunnen inzetten om, bijvoorbeeld, werk te vinden. Verder leren de jongeren om elkaars netwerk te benutten. 40 jongeren kunnen aan het programma deelnemen. Met een groep van 40 jongeren kunnen zij een groot netwerk ontwikkelen. Het programma belooft de netwerken van alle jongeren te vergroten en de expertise van alle deelnemers zodanig te ontwikkelen dat werk vinden een stuk makkelijker wordt. Daarbij leren ze tools die ze hun leven lang kunnen inzetten!

Heynis en McDevitt-Pugh hebben met ministeries, onderzoeksinstituten en beleidsambtenaren van gedachten gewisseld over het programma. Daar is erg positief op gereageerd. Ze zijn gevraagd om informatie over Back-Up Netwerkt! op de Gelijke Kansen Alliantie website te plaatsen. De Universiteit van Utrecht wil graag het project na een jaar evalueren.

Maar wie is eigenaar van het probleem?

Deze instanties beslissen echter niet over en of het programma wel of niet wordt opgenomen, op bijvoorbeeld scholen. Een school is namelijk de aangewezen plek waar jongeren elkaar ontmoeten. Dit maakte dat de bedenkers van Back-Up Netwerkt! bij scholen zijn langs gegaan.

En daar, tot nu toe, vangen ze bot. Scholen voelen de druk van inspectie i.v.m. de cijfers:

“We gaan intern verder” was een, vrij onduidelijk, antwoord.

“Bij ons zijn de jongeren hier niet aan toe”, zei een ander.

Heynis en Mc Devitt-Pugh begrijpen dat scholen het druk hebben, dat ze de urgentie minder voelen omdat het op scholen andere zaken prioriteit hebben. De vraag is echter waar, wanneer en hoe kunnen we dan onze jongeren leren om netwerken op te bouwen, te delen. Ze hebben hiervoor vlieguren nodig om in de toekomst zowel in zakelijk opzicht als in persoonlijke ontwikkeling om  bruggen te maken naar werk en anderen.

Oproep aan het onderwijs: wees urgent met netwerkkunde

Het duo staat voor een raadsel. Het probleem blijkt urgent – voor jongeren en de samenleving. Maar voor welke beslisser heeft het probleem urgentie? Het is bekend is dat goed scoren op school, in het geval van jongeren met een migratie achtergrond, weinig invloed heeft op de kans om een baan te vinden die bij hun ambities past. Willen scholen jongeren voorbereiden op werk en dus op werk zoeken, dan is het noodzakelijk om ze te leren te netwerken! Of blijven we als samenleving toe zien hoe we meer en meer naast elkaar gaan leven en de interactie missen

Heynis en McDevitt-Pugh zetten hun zoektocht voort.  Alle jongeren in Nederland moeten van gelijke kansen genieten. Iedereen heeft recht op haar of zijn droom. En iedereen zou een passend, krachtig netwerk kunnen opbouwen die dit mogelijk maakt.

=======

 

Onze opdrachtgevers