Hoofdstuk 2: Je bent niet alleen

Je bent niet alleen

Nu, als je goed luistert

Zal ik je vertellen wat ik weet

Stormwolken verzamelen zich

De wind gaat waaien

Het mensenras lijdt

En ik kan het gekreun horen,

Want niemand,

Maar niemand

Kan het hier alleen maken.

Maya Angelou, Alone

Niemand, maar dan ook niemand, maakt het hier alleen. En dat hoeft ook niet. Je bent omgeven door mensen met wie je verbonden bent. Ze zijn niet moeilijk te vinden. Je komt ze tegen op school, op kantoor, aan de telefoon, op feesten en partijen. Dit zijn de mensen op wie je een beroep kunt doen bij projecten of activiteiten die belangrijk voor je zijn. Als je het durft, kan je ten alle tijden, waar en wanneer het nuttig is, een beroep op hen doen. Niet omdat je iets van hen wilt, niet omdat je de relatie wilt ‘gebruiken’ voor eigen belang, maar omdat het een uiting van verbondenheid is om elkaar te betrekken in activiteiten.

Het zijn die mensen aan wie je de vraag kunt stellen: “Het lukt me niet alleen. Kan jij me helpen?”

En, als je één specifieke gedachte consequent opzijzet: “Maar ik zou het haar of hem niet durven vragen,” zijn er nóg meer mensen die je kunt betrekken bij je projecten.

Om wat voor projecten en activiteiten heb ik het? Ik noem een paar alledaagse voorbeelden van vragen die je aan je connecties stelt:

  • Je werkt aan een taak binnen een project en je collega met veel kennis van zaken loopt langs. “Mag ik je iets vragen?” zeg je. Je krijgt snel input en als extra bonus, input vanuit een andere perspectief. Je kunt hierdoor je taak snel afronden. In je eentje, had je wellicht nog uren door geworsteld.
  • Je moet een paar kratten frisdrank kopen voor het eindfeest van de afdeling. Je hebt geen auto en openbaar vervoer of fiets is geen optie. Je loopt naar een collega en vraagt of je haar auto mag lenen.
  • Je bent net verhuisd en de wifi is nog niet aangesloten. Om een online seminar te kunnen volgen vraag je de buren of je even gebruik mag maken van hun wifi.
  • Je weet dat je contact moet maken met de manager van een andere afdeling om de volgende stap in je carrière te maken. Je vraagt mensen van jouw afdeling of zij iemand kennen op die afdeling. Een van je collega’s kent inderdaad de manager en is bereid om met je te brainstormen over de beste manier de manager te benaderen.
  • Je hebt iemand nodig die je document doorneemt op leesbaarheid en helderheid. Een van je kennissen is schrijver van beroep en je vraagt het hem. Dat doet hij graag en vraagt jou vervolgens een net afgerond stuk te lezen, puur omdat hij het fijn vindt als mensen zijn teksten lezen en van commentaar voorzien.

Kun jij je voorstellen hoe productief jij of jouw bedrijf of organisatie zal zijn als iedereen het lef zou hebben om dit soort vragen te stellen, wanneer en waar dat relevant is? In plaats van zelf alle details van alle plannen uit te zoeken en uit te werken, betrek je de kennis en ervaring van anderen erbij. Als een collega veel weet van een specifiek onderwerp, vraag je hem zijn advies – en waarschijnlijk zal hij alvast anticiperen op de volgende vraag en ook daar suggesties voor doen. De werkplaats wordt communicatief en creatief!

Helaas is de werkelijkheid vaak anders. Mensen zijn bang om zelfs eenvoudige dingen aan elkaar te vragen. Ze blijven angstvallig op hun eiland zitten en vertellen niemand dat ze ergens moeite mee hebben. Ik kom het vaak tegen.

  • Collega’s niet om advies durven vragen.

Resultaat: Medewerkers voeren hun taak uit met matige resultaten. De relatie met de collega lijdt er onder. De collega kan teleurgesteld zijn dat haar kennis niet benut werd en dat de kwaliteit van het project hierdoor matig is. Het is ook goed mogelijk dat de sfeer op kantoor verslechtert omdat de collega zich gepasseerd voelt en hoe dan ook niet gewaardeerd in het team.

  • Bang te worden veroordeeld omdat ze het antwoord niet weten. Bang dat de collega aan wie ze het zouden kunnen vragen het, nu of in de toekomst, tegen hen zal gebruiken.

Resultaat: Er gebeurt niets waardoor het project vertraging oploopt. Mogelijk gaat iemand anders de taak uitvoeren en is iedereen boos op de eerste collega omdat zoveel tijd verloren is gegaan aan het project.

  • Bang voor een mogelijk negatieve reactie als: “Nee, daar heb ik geen tijd voor!” Het voelt als een afwijzing en ze doen er alles aan om dat te voorkomen.

Resultaat: Niemand zegt “nee” en niemand zegt “ja”. Er gebeurt niets – en als er iets gebeurt, is er veel tijd overheen gegaan.

Ik heb het over ‘ze’, maar misschien herken je jezelf in een van deze scenario’s? Neem me niet kwalijk als wat ik nu zeg bot klinkt, maar waarom doe je dat? Als je jouw hulpbronnen onderbenut, ben je zelf de grootste belemmering in je eigen succes – wat je doel ook is. De kosten zijn hoog: je bent niet doelmatig bezig, je bent afgeleid en vooral met jezelf bezig.

Als je eerlijk bent, wat heb je liever: matige resultaten omdat je het niet aandurft om mensen te vragen aan jou of je project bij te dragen, of mogelijk onbekende en spannende uitkomsten, doordat je anderen om advies of hulp hebt gevraagd?

Stap over je eigen schaduw heen. Adem diep in.  Neem de sprong. Oefen met mensen dingen te vragen. Durf gedreven te worden door grote doelen en niet door de angst dat er iets ergs zou kunnen gebeuren. Wees klaar om aangenaam verrast te worden door onverwachte resultaten die je krijgt als je mensen in je omgeving betrekt bij je taak, activiteit of project.

 

=====

Dit is de tweede aflevering van een hoofdstuk uit mijn boek Waarom netwerken heel makkelijk is en waarom iedereen denkt dat het moeilijk is.

Elke week kunt u een nieuwe hoofdstuk lezen.

 

Onze opdrachtgevers