Hoofdstuk 3: Netwerken, transformatie en handel

“De geschiedenis heeft ons altijd laten zien dat we problemen kunnen oplossen als we bij elkaar blijven. Wanneer we ons opsplitsen beginnen we te vechten. Er was geen tijd in de geschiedenis waar divisie succes creëert.” Jurgen Klöpp, voetbaltrainer Liverpool (The Guardian, 23 april 2018)

Het betrekken van mensen die je kent bij activiteiten die voor jou belangrijk zijn, is van oudsher een effectieve werkmethode.

Neem het telen van tarwe en andere granen. Aboriginals in de Kakadu-regio van het Northern Territory van Australië cultiveerden graan zo’n 25.000 jaar geleden, Aboriginals in Cuddie Springs in het westen van New South Wales, deden dat meer dan 30.000 jaar geleden.[1]  Aboriginal kennis van graanproductie werd – vermoedelijk – doorgegeven via songlines, in het uitgestrekte continent van Australië de traditionele dragers van kennis, goederen, kunst, nieuws, ideeën, technologie en huwelijkspartners.[2]

Wetenschappelijk bewijs toont aan dat rond 7500 jaar v. Chr. de tarweteelt verder werd verspreid over de rest van de wereld vanuit de Levant (Cyprus, Israël, Jordanië, Libanon, Palestina en Syrië).[3] De bewoners ontdekten dat ze de zaden konden selecteren van grassen die grote graankorrels voortbrachten en hoe er daardoor gemakkelijker kon worden geoogst. Door voortdurend de zaden van het beste gras te selecteren, kwam er een betrouwbaar gewas tot stand. In Nederland is circa 4500 jaar v. Chr. geleden voor het eerst sprake van de verbouw en handel van graan.[4]

1000 jaar later begonnen de bouwers van de hunebedden in Drenthe met het permanent produceren van koren.[5] We weten dat tarwe in de lage landen werd verbouwd ten tijde van keizer Karel de Grote, omstreeks het jaar 800 n. Chr.

Figuur 1. Volle korenaren. Collectie Nederlands Bakkerijmuseum

Het verbouwen van tarwe breidde zich in de loop van de Middeleeuwen steeds meer uit over Europa en de rest van de wereld. Het kennis van het verbouwen, oogsten, gebruiken en bewaren, verspreidde zich van buur tot buur, van de Levant naar Europa en Azië.[6] Hoe verder tarwe zich verspreidde, hoe meer manieren men vond om het te gebruiken. Gebroken, gepulverd en geplet, tarwe werd en wordt tot veel producten verwerkt, waaronder flatbread, gistbrood, scones, couscous, taartbodems, cakes, pasta, koekjes, mouten en bier, ontbijtgranen en crackers. Zelfs het restproduct, tarwestro, kreeg in Europa een functie. 600 jaar lang, tot kortgeleden, was tarwestro een veelgebruikt dakbedekkingsmateriaal in Europa. Anno 2019 zijn de Chinese, Indiase, Russische, Amerikaanse en Franse economieën afhankelijk van de productie van tarwe.[7] 

Verbinding gaat over relaties, niet over eigen gewin

Het netwerk van mensen dat, door de eeuwen heen, de kennis van het telen van tarwe over de wereld heeft verspreid, was een kennisnetwerk. Wellicht was de intentie van elk persoon in deze kennisnetwerk een mix van vrijgevigheid en eigenbelang. Vrijgevigheid omdat kennisdelen een menselijke eigenschap is. Eigenbelang omdat de kennis geruild kon worden tegen andere waardevolle goederen en diensten. Soms ging het delen van kennis vreedzaam. Er zijn ook oorlogen gevoerd om kennis te bemachtigen. De kennis werd niet lineair verspreid, integendeel, de communicatielijnen kruisten elkaar voortdurend en de elders ontwikkelde kennis, kwam via kennissen en vrienden weer terug naar de telers in het oorspronkelijke teeltgebied, de Levant. Kennis circuleerde. Het delen van kennis transformeerde levens, gemeenschappen en de tarwe zelf. De samenwerking tussen boeren, wetenschappers, verhalenvertellers, bakkers en consumenten transformeerde de wereld. Dát is de kracht van verbindingen en verbondenheid.

Als je goed kijkt, zijn er nog veel meer voorbeelden hoe kennisnetwerken de wereld veranderden. Transformatie vond niet alleen plaats om er zakelijk beter van te worden, ook omdat mensen graag dingen delen met anderen. Delen is een menselijke eigenschap.

De Zijderoute

De zijdehandel in de veertiende eeuw spreekt boekdelen over de transformatiekracht van verbindingen. De zijde werd in Chang’an in China gemaakt en werd vervoerd naar Constantinopel in Turkije, een handelsreis van 7250 kilometer. Er waren ook routes die de zijde voerde naar India, Mongolië en Europa. De zogenaamde Zijderoute was geen weg op een kaart, het was meer een beweging die de handel in zijde mogelijk maakte: een complexe interactie tussen verkopers, herbergiers, entertainers, soldaten en vele anderen. Maar weinigen van hen kregen daadwerkelijk een baal zijde in handen, de meeste van deze spelers hebben nooit kunnen genieten van het luxueuze gevoel van zijde tegen het lichaam. Niemand uit de keten had dit project, deze beweging, op eigen houtje kunnen bedenken, dromen of mogelijk maken. Zelfs de bestelling werd door een netwerk van mensen van koper naar maker verstuurd.

Het was niet alleen het product zelf dat van hand tot hand ging. Kennis reisde met de zijde mee, kennis voor het maken van weer andere producten zoals papier, stijgbeugels voor paardrijders en sluisdeuren. Deze kennis reisde langs alle zijtakken van de Zijderoute, linksom en rechtsom, vooruit en achteruit. De Zijderoute kende daarnaast een uitgebreide uitwisseling van planten en vruchten als sinaasappels (Chinese appels), azalea’s, perziken, druivenranken en vijgen. Zelfs religie reisde met de handel mee. Het werd allemaal mogelijk gemaakt door het contact dat de ene persoon legde met de volgende persoon. Deze succesvolle handelsroute bestond uit een lange opeenstapeling van connecties.

Tarwe veroverde de wereld omdat agrariërs en later wetenschappers beiden het beste mogelijk product wilden maken en omdat mensen tarweproducten lekker vinden. Zijde werd verhandeld vanwege haar schoonheid. Schoonheid en netwerken met liefhebbers van schoonheid, vormden de basis voor een andere belangrijke wereldhandel: Nederlandse tulpen in de zeventiende eeuw.

Tulpen

Waar de zijdehandel kon rekenen op ontelbare mensen die bereid waren figurant te zijn langs de Zijderoute, waren volgens historica Anne Goldgar[8] Nederlandse tulpen meer het genot van een kleine groep liefhebbers. De Nederlandse tulpenhandel werd bedreven door een relatief gesloten netwerk van individuen die een culturele en financiële elite vormden – rijke kooplieden, tuinders, winkeliers, edelen en andere hooggeplaatste burgers. Deze mensen deelden een filosofie voor wat betreft schoonheid en kenden bijzondere waarde toe aan een prachtige, specifieke bloemsoort. Alle bloemen hebben schoonheid in zich, maar de tulp had voor hen kwaliteiten van een zeer bijzondere aard: fragiel, broos, vergankelijk, fel van kleur en stijlvol. Kunstenaars die deelnamen aan deze waardeketen, vereeuwigden tulpen in stillevens met sierlijke stengels en prachtige kleuren, gedrapeerd over imposante en vaak geïmporteerde vazen. Deelnemers aan deze economie vermengden vergankelijke schoonheid, kennis en eer met marktwaarde. Rond 1637 was de economische waarde van bepaalde bollen zo hoog gestegen dat men bereid was om meer aan deze bollen te besteden dan aan een chique woning aan de Amsterdamse Herengracht.

En toen brak de pleuris uit, of beter gezegd, de builenpest, handelaren kwamen niet opdagen en de handel kwam met een enorme dreun tot stilstand.

Figuur 2. Flowerpiece, in de stijl van Rachel Ruysch. National Gallery of Victoria

Een van mijn favoriete schilderijen uit deze gepassioneerde en innovatieve periode in de geschiedenis, is Flowerpiece, te zien in de National Gallery of Victoria, Australië.  Als jonge vrouw en studente, op zoek naar haar plek in een wereld die door mannen werd gedomineerd, was ik blij verrast dit schilderij te ontdekken. Het schilderij werd tot 1995 toegeschreven aan Rachel Ruysch (1664-1750). Aan opdrachten geen gebrek, deze moeder van tien kinderen was een van de weinige vrouwelijke professionele kunstenaars in de Gouden Eeuw. Ik zag in het schilderij krachtige vormen, een dans, wulpsheid en opnieuw een bewijs dat ook vrouwen een bepalende rol hebben gespeeld in de geschiedenis.[9]

Je hoort vaak een zekere minachting in de manier waarop mensen praten over tulpen in de Gouden Eeuw. “Tulpengekte” noemen sommigen het. Mensen waren “door het dolle heen”. Op de website van het Rijksmuseum staat zelfs te lezen: “Een nationaal symbool van Nederland, de tulp, was in de zeventiende eeuw onderwerp van een rage, die leidde tot regelrechte windhandel [zuiver speculatieve handel] … In de jaren dertig van deze Gouden Eeuw nam de populariteit van de tulp excessieve vormen aan.” [10]

Maar hoe gek waren ze echt? Het klopt dat er een krach was in 1637, het is waar dat bollenhandelaren samen naar beneden tuimelden tijdens de krach. Maar tulpen waren geen waan van de dag. Achteraf weten we dat de tulpenliefhebbers van toen slechts aan het begin stonden van de tulpeneconomie. Vandaag de dag is deze economie nog springlevend, in Nederland en in de wereld.

Sterker nog, de tulpeneconomie van Nederland blijft groeien.  In 2017 werden in Nederland 2 miljard tulpen geproduceerd, negen van de tien voor de export.[11] De totale omzet van de Nederlands tulpenproductie bedraagt volgens de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) 300 miljoen euro per jaar[12] en dat zal stijgen, gezien het feit dat het areaal bloembollen in achttien jaar met 18 procent is gegroeid naar meer dan 26 duizend hectare, waarvan de helft tulpenbollenteelt betreft.[13]

Windhandel? De Nederlandse economie heeft de wind in de zeilen dankzij de handel in tulpen. De tulpeneconomie komt niet allen ten goede aan telers en bloemisten, ook de Nederlandse toeristische sector gedijt op tulpen. De verkoop van boeken, sjaals, skateboards, ansichtkaarten en paraplu’s met afbeeldingen van de schilderijen van Ruysch en haar collega’s, leggen de museumwinkels geen windeieren.

Netwerken transformeren – ze maken dromen waar, ze brengen groei en ontwikkeling. Toen een netwerk van mensen in de zeventiende eeuw verliefd werd op tulpen, is de Nederlandse economie voor altijd getransformeerd. Ondernemen is betekenis en invulling geven aan gemeenschappelijke dromen, samen met andere mensen. Bij zijde en tulpen speelde commercie en samen genieten van schoonheid een rol. Bij tarwe ging het om voeding en kennisdelen. In jouw onderneming, jouw maatschappelijke beweging, jouw missie om iets aan de wereld toe te voegen, heb je, zonder verbindingen met anderen, niets meer dan ideeën en hoop. Met de mensen die je kent, en de mensen die zij kennen, wordt alles mogelijk.

=========

 

[1] Bruce Pascoe, 2018. Dark Emu, Magabala Books.

[2] Songlines zou je met ‘zangpaden’ kunnen vertalen: mensen gaven via liedjes kennis door, van stam naar stam. Het boek van Bruce Chatwin, The Songlines, (1987) geeft prachtig weer hoe dit gebeurde.

[3] Mark Nesbitt, 1999. “When and where did domesticated cereals first occur in southwest Asia?” in R.T.J. Cappers, and S. Bottema (eds.), The Dawn of Farming in the Near East. Studies in Early Near Eastern Production, Subsistence, and Environment 6, 2002. Berlin: ex oriente.

[4] Aldus de Bakkerijmuseum, zie http://www.bakkerijwiki.nl/index.php?t=3&h=4&s=2

[5] Bakkerijmuseum, ibid.

[6] Jared M. Diamond, 2013. The World Until Yesterday. Penguin UK

[7] Bron: United Nations. 2012. Searchable online statistical database from the Food and Agriculture Division of the United Nations, FAOSTAT.

[8] Anne Goldgar. 2007. Tulipmania. Money, honor and knowledge in the Dutch Golden Age. Chicago en London: University of Chicago Press.

[9] In zijn essay Flowery borrowings, notes on a Dutch still life at the National Gallery of Victoria (1997), http://www.ngv.vic.gov.au/essay/flowery-borrowings-notes-on-a-dutch-still-life-at-the-national-gallery-of-victoria/ schrijft Norbert Middelkoop een overtuigend analyse van de schilderij en komst tot de conclusie dat de werkelijke schilder de stijlen van verschillende grootheden, inclusief Ruysch, vermengd heeft in deze schilderij. De National Gallery heeft niet gereageerd op mijn verzoek om een afbeelding van het schilderij in mijn boek te gebruiken.

[10] Zie https://www.rijksmuseum.nl/nl/rijksstudio/tijdlijn-nederlandse-geschiedenis/1637-tulpengekte

[11] Zie https://www.nederlandenu.nl/laatste-nieuws/nieuws/2017/01/18/tulpenproductie-naar-2-miljard-stuks

[12] Zie https://www.kavb.nl/themas/thema/?thema=67

[13] Zie https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/12/areaal-bloembollen-blijft-groeien

Onze opdrachtgevers