Kennissen als partner in loopbaanonderwijs

De onbegrensde mogelijkheden van netwerken in loopbaanonderwijs. Bewerkte versie van mijn toespraak op 19 april 2018 aan het LOB Gelijke Kansen netwerk.

Netwerken en gelijke kansen voor scholen

Vorige maand bood een Nederlandse meid een Eritrese jongen op haar school aan om hem in contact te brengen met haar oom. De jongen wil in een garage werken. De oom heeft een garage. Wereldnieuws? Natuurlijk niet. Wat wel nieuwswaardig is, is dat het gesprek plaatsvond tijdens een netwerkworkshop van Back-Up Netwerkt!. De jongeren kenden elkaar maar meestal gingen hun gesprekken over andere zaken. Een netwerkgesprek heb je niet zomaar. Een netwerkgesprek moet je bewust aangaan.

Netwerken is een onderdeel van het loopbaanonderwijs. Wat ik van leerkrachten hoor is dat de nadruk van netwerklessen ligt bij hoe je, in gesprek met een potentiële werkgever, over jezelf  praat. Helaas komt het netwerkgesprek in de lessen niet voor.  Mijn stelling is dat, als je niet weet hoe je een netwerkgesprek kunt voeren, je niets aan je netwerk hebt. Waarom wordt er dan geen aandacht besteed aan het netwerkgesprek? Dat komt, meen ik, door de maatschappelijke verwarring over wat een netwerk is en wat een netwerk voor ons betekent en kan betekenen. Die verwarring moeten we zo snel mogelijk de wereld uithelpen.

Verwarring rondom ‘netwerken’

Je zou denken dat het woord ‘netwerk’ altijd heeft bestaan. Het benutten van je contacten heeft altijd bestaan – het is bijna ondenkbaar dat iets ontstaat zonder dat meerdere mensen erbij betrokken zijn – maar het woord netwerk in de zin dat het tegenwoordig gebruikt wordt is slechts 60 jaar oud. Het woord is voor het eerst gebruikt als een beschrijving van menselijke interacties door de antropoloog J.A. Barnes, in een studie van de organisatie van gemeenschappen op een Noorse eiland. Veel onderzoekers namen het woord over en er zijn veel wetenschappelijke discussies over wat de definitie is van een (sociaal) netwerk. Door sociale experimenten als de 6 degrees of separation (Millgram) en het werk van Professor Mark Granovetter over zwakke banden en werk heeft het woord de populaire verbeelding geraakt en heeft het woord een plek in onze taal gekregen. Van de vele definities heeft die van prof Thomas Maak mijn voorkeur: Een netwerk is een duurzame uitwisseling tussen organisaties, individuen en groepen.

Dus wat een netwerk niet is: een netwerk is niet een eenmalig contact. Het bestaat dankzij relatie, verbinding.

Het woord ‘netwerken’ als werkwoord is nog meer recent in de taal ontstaan.

Voor dit woord mogen we een telecommunicatie marketingman in de 80-er jaren van de vorige eeuw dankbaar zijn. Bill Lewis werkte eerder bij IBM en daar werden computers met elkaar in contact gebracht. Lewis gebruikte het woord “networking” om een multi-level verkoop- en marketingstrategie te beschrijven.  Kort daarna kwam een ‘netwerk’-industrie op gang, waarin netwerk goeroes een markt van ondernemers aanboorden. Netwerkbijeenkomsten werden populaire onder ondernemers en werden verkocht als de kans om je volgende klant te ontmoeten. Om goed te kunnen netwerken, vertellen de auteurs van de boeken die als warme broodjes over de toonbank vliegen bij vluchthaven boekwinkels, moet je op de juiste manier een hand drukken, altijd pepermuntjes bij de hand houden, oogcontact houden en blijf vooral niet te lang in gesprek met een persoon want dat is zonder van de tijd.

Vroeger was er altijd een ‘borrel’ na een conferentie maar vanaf de 21eeuw werd dat een ‘netwerkmogelijkheid’ genoemd.

En op scholen gaat de ontwikkeling door. Netwerkbijeenkomsten worden georganiseerd om scholieren in gesprek te brengen met bedrijven – met mensen die ze niet kennen, met wie ze geen relatie hebben en die ze mogelijk nooit meer zullen zien. Zoals ik al zei, een netwerk is niet een eenmalig gebeuren. Noem het dan liever een bedrijvenbezoek, of iets dergelijks.

Vieze smaak?

Voor sommige mensen laat het woord ‘netwerken’ een vieze smaak achter. “Ik wil niet schmoezen” heb ik vaak gehoord. Of, jij wilt je kennissen niet voor je eigen gewin “gebruiken”.  Of zoals een kennis uit mijn dorp zei over haar gefaalde bezoek aan een netwerkbijeenkomst, ”En dan loop ik op iemand af en net als ik mezelf wil voorstellen, loopt hij door. Wat doe ik verkeerd?” Toen ik dat hoorde, besloot ik dat de titel van mijn boek, Dus je denkt dat je niet kunt netwerken moest worden.

Netwerklessen horen thuis in het onderwijs

Netwerklessen zijn nodig om de fabels en de verkooppraatjes de wereld uit te helpen en jongeren te leren hoe zij zelfgebruik kunnen maken van de essentiële, waardevolle verbinding tussen mensen in een gemeenschap.

Door elkaar te betrekken bij zaken die voor ons belangrijk zijn benutten we onze vriendschappen en relaties. In plaats van mensen uit te sluiten vragen we mensen om betrokken te zijn. Dat is wat netwerken werkelijk is.

Netwerklessen gaan in op wat netwerken zijn, voor ons als individuen en als maatschappij.

Wat een netwerk biedt

Een duurzame uitwisseling tussen individuen, groepen en bedrijven biedt drie vormen van waarde.

Ten eerste: relationeel

Een netwerk heeft een relationele waarde. Mensen leven niet graag in isolatie. Ze zoeken mensen op met wie ze goed kunnen omgaan. Dat zijn vaak mensen die dezelfde interesses delen, dezelfde normen en waarden hebben, dezelfde muziek leuk vinden of dezelfde sportinteresses hebben. Een netwerk om je heen betekent dat je niet alleen bent.

Relatie is het bindmiddel van een netwerk en van netwerken. Mensen gunnen elkaar van alles, als ze elkaar kennen, vertrouwen en leuk vinden. Stel dat twee jongens op bedrijvensafari in een fabriek zijn en beiden geven aan daar stage te willen lopen. De eigenaar van de fabriek kent de moeder van een van de jongens. Wat verwacht je zelf: gunt de eigenaar de stageplek aan de goedbekende of de onbekende jongen? Ter wille van de relatie met de moeder zal de eigenaar in eerst instantie kiezen voor de zoon van haar kennis.

Ten tweede: structureel

Een netwerk geeft toegang tot mensen die je zelf niet direct kunt bereiken. De Eritrese jongen in het voorbeeld aan het begin van dit verhaal kon niet weten dat een meisje bij hem in de klas het nichtje was van een garage-eigenaar. Pas toen hij zijn wens kenbaar heeft gemaakt, kon het meisje hem zeggen dat ze een voor hem nuttig contact had. De mensen die we kennen hebben heel veel mensen in hun netwerken en wie dat allemaal zijn, hebben wij geen weet van. Jongeren op zoek naar een stageplaats kunnen vooral door veel mensen te vertellen over hun stagewens, ontdekken dat iemand in hun netwerk de juiste contacten heeft

De socioloog Mark Granovetter deed onderzoek in de 70er jaren naar hoe mensen een baan vinden. Zo’n 80% vonden hun baan via via, dat wil zeggen, ze hebben mensen laten weten dat ze op zoek waren naar een specifieke baan en deze mensen gingen met gespitste oren in hun omgeving luisteren voor kansen. Het waren niet zo zeer de binnenste kring van kennissen – familie, vrienden – dat nuttig was. 55% van de mensen kregen hun baan via mensen die zij minder goed kenden. Jullie hebben over zwakke banden gelezen in de LOB onlinematerialen. Granovetter noemde de banden die mensen hebben met mensen buiten de binnekring de zwakke banden. Hoe meer zwakke banden jouw netwerk heeft, hoe meer kans je hebt op werk vinden. De logica is simpel: als de mensen die ik ken dezelfde mensen kennen als ik, schiet ik niet op als ik een brede net om me heen uit wil slaan om een baan te vinden.

Het wordt nog erger. Uit het onderzoek van Granovetter weten we dat mensen met een gebrek aan zwakke banden onherroepelijk een steeds groter beroep (moeten) doen op de mensen direct om hen heen. De binnekring wordt het aangewezen adres voor kinderoppas, kapper, reparaties in huis, enz. Er komen steeds minder buitenstanders, laten we zeggen minder intieme kennissen, in voor. Uiteindelijk, wat werkeloze mensen de armoede binnendrijft is een gebrek aan buitenstaanders die nieuw informatie – en daarmee nieuwe kansen – meebrengen.

Ten derde: cognitief

Een netwerk is in staat om nieuwe kennis te creëren. Innovatie is het vermogen om diverse soorten kennis bijeen te brengen en iets totaal nieuws te creëren.

De link tussen netwerken en gelijke kansen

Netwerken zijn basisvormen van sociale interactie. Niet per definitie goed, niet per definitie slecht. De regels van de meeste netwerken zijn niet hardop geformuleerd. Het is vaak duidelijk wie erbij hoort, en wie niet.

Netwerken kunnen op sommige mensen een negatieve impact hebben. Soms sluiten mensen die elkaar kennen, leuk vinden en vertrouwen andere mensen uit. Hier begint de link tussen netwerken en gelijke kansen zichtbaar te worden. Op een werkplaats waar fitte witte mannen van veertig de norm zijn, is het moeilijk voor een vrouw om ertussen te komen – laat staan een vrouw met een hoofddoek. Of mannen met een andere huidskleur.

Gelijke kansen voor jongeren met een migratie achtergrond

Onderzoekers bevestigen dat jongeren met een migratieachtergrond minder kansen hebben om een stageplek naar keuze te vinden, omdat hun netwerken niet voldoende functioneel zijn. Functionele netwerken zijn netwerken met voldoende zwakke banden om jongeren te linken naar andere netwerken. Jongeren met een gebrek aan functionele netwerken hebben onvoldoende mensen in hun omgeving op wie ze een beroep kunnen doen om hen te helpen een stageplaats of een baan te vinden. Ze kunnen werk vinden via formele kanalen en komen dan bij de overheid terecht, omdat de overheid haar verplichting naleeft om een divers personeelbestand te hebben. Anders moeten zij het zoeken via de informele kanalen, hun familie en vrienden van hun familie.

Onderzoek

Recent onderzoek van KIS, WODC, SCP en CAOP laat zien dat jongeren met een migratieachtergrond last hebben van discriminatie. Als we discriminatie tegen jongeren met een migratieachtergrond erkennen als een netwerkprobleem, namelijk uitsluiting van een groep mensen door een dominante netwerk, hebben we nieuw gereedschap in handen om discriminatie tegen te gaan.

  • We kunnen zoeken naar manieren om de netwerken van de jongeren uit te breiden en de jongeren onderdeel te laten worden van netwerken van ‘lokale’ Nederlanders.
  • We kunnen netwerkclubs wijzen op de manieren waarop zij exclusief zijn en samen met hen zoeken naar manieren om inclusief te zijn.
  • Bedrijven kunnen samenwerken om (onbewuste) uitsluiting tegen te gaan. In Zaanstad hebben ondernemers van een groot bedrijventerrein een kenniscentrum opgericht om stageplaatsen te regelen voor lokale vmbo-leerlingen. Hiermee hebben alle leerlingen, ongeacht hun eigen netwerken, gelijke toegang tot stagekansen.

Netwerken van jongeren uitbreiden tijdens loopbaanonderwijs

Netwerkkunde moet een verplicht vak in het loopbaanonderwijs worden. Netwerkkunde helpt jongeren hun netwerken uit te breiden, door hen te leren hoe netwerken werken, hoe ze netwerken kunnen benutten en hoe ze netwerken kunnen delen.Een goed voorbeeld is het lessenserie dat mijn collega Bianca Heynis en ik hebben ontworpen, BACK-UP Netwerkt! We hebben deze lessenserie ontworpen om jongeren te trainen in het bouwen en benutten van functionele netwerken. We hebben als uitgangspunt dat jongeren met een migratieachtergrond jongeren om hun heen hebben die wel een functioneel netwerk hebben. Gezien het van belang is dat alle jongeren netwerkvaardig zijn, is het ons idee om jongeren in een gemengd groep netwerkles te geven. Tijdens deze lessenserie leert iedereen hun netwerk aan te spreken, op te bouwen, benutten en onderhouden.

De praktijk: het netwerkgesprek in loopbaanonderwijs

Een vanzelfsprekend vraag voor iemand die netwerkvaardig is, is “Ken je iemand die mijn vraag kan beantwoorden?” Als een jongere met een migratieachtergrond die vraag stelt aan iemand met een omvangrijk netwerk, wordt de netwerk van beiden jongeren benut en versterkt. Deze training is sterk theoretisch onderbouwt en kan prima aan het begin komen van het LOB-traject plaatsvinden.

Netwerken aanspreken kan je alleen doen in een veilige omgeving.  Want netwerken houdt in, dat je iemand moet vertellen wat je nodig hebt. Op dat moment wil je niet uitgelachten worden! De leerkracht moet laten weten dat er geen verkeerde vraag is. Uiteindelijk moeten de studenten leren dat zelfreflectie een positieve ervaring is. In deze veilig omgeving gaan de jongeren Het Netwerkgesprek leren.

Een netwerkgesprek is een oefening in zelfreflectie, zelfexpressie, coaching en dialoog. Het is ook een manier om de netwerken van de gesprekspartners beschikbaar te maken voor elkaar.

Vier componenten

Een netwerkgesprek heeft vier componenten.

De eerste stap is reflectie. Om een netwerk aan te spreken moeten jongeren eerst in beeld krijgen wie hun connecties zijn. Dit doe je op papier – liefst een groot vel waar vier jongeren op schrijven.

De tweede deel van een netwerkgesprek is zelfreflectie. Wat heb ik nodig?

De derde deel van het gesprek is DELEN met anderen. Dit is een exercitie in zelfexpressie en verplaatsen in een ander. Voor de spreker gaat het om zo helder mogelijk te formuleren – waar mogelijk SMART – en voor de ander om krachtig te luisteren.

De vierde deel van het gesprek is weer reflectie. Wie ken ik, die voor mijn gesprekspartner van nut zou kunnen zijn?

Als netwerkles aan gemengde groepen wordt gegeven, dus jongeren met functionele netwerken samen met jongeren zonder functionele netwerken, groeien de netwerken van beide groepen vanzelf.

 

=======

Lin McDevitt-Pugh.

Onze opdrachtgevers