Vluchtelingen aan het werk in Nederland: Het kan en moet anders

Veel Syrische vluchtelingen wonen al vier jaar in Nederland en zijn nog niet aan het werk. Het CBS heeft becijferd dat slechts 11 procent van de vluchtelingen na 30 maanden werk hadden. Tegelijkertijd, jeugdwerkloosheid is in 18 jaar nog nooit zo laag is geweest. In 2016 leefden ruim de helft van de huishoudens van mensen uit vluchtelingenlanden onder de armoedegrens.

Tijdens de eerste jaren van de huidige instroom van vluchtelingen hadden gemeenten hun handen vol aan het huisvesten van mensen. Vervolgens moesten ze laveren tussen twee wetten, de participatiewet en de inburgeringswet. Zo konden ze kiezen tussen mensen dwingen om te werken, of mensen de ruimte geven om in te burgeren. Gemeenten hadden te maken met een vrije markt op taalcursussen. Ze moesten dealen met het feit dat veel van deze cursussen ondermaats presteren.

Gemeentelijke aanpak vluchtelingen

De cijfers, aldus onderzoeker Marijke Booijink van het Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS), zijn veelzeggend. Slechts 57 procent van de vluchtelingen in Nederland heeft na vijftien jaar voor meer dan 8 uur per week betaald werk. Een groot deel van de Nederlandse gemeenten heeft aanvullend beleid ontwikkeld om dit zogeheten refugee gap te dichten. Op tal van plaatsen wordt vrijwilligerswerk, taalstages en werkervaringsplaatsen ingezet om de stap naar een vaste baan te versoepelen. Maar is er sprake van met een kanon op een mug schieten, terwijl voor de hand liggende oplossingen niet benut worden?

Deze vraag stel ik als burger en als dienstverlener. Ik wordt door verschillende gemeentes gevraagd om een onderdeel van de inburgering te verzorgen. Alle nieuwkomers in Nederland zijn verplicht om een participatieverklaring te ondertekenen. Gemeentes zijn vrij om een eigen invulling voor het participatietraject te geven. Mijn opdrachtgevers vragen mij om een workshop te geven over de normen en waarden van Nederland en een workshop over hoe men een goed functionerend netwerk in Nederland kan opbouwen. Dit noem ik de workshop Netwerken en verbinden. Tijdens deze workshop leer ik de deelnemers de vier componenten van een netwerkgesprek. Steevast komen er twee behoeftes naar voren: de taal leren en werk vinden.

De wens van Ahmed

Neem Ahmed. Ahmed is 36 jaar oud, studeerde aan de universiteit van Damascus in elektronica en communicatie en heeft zijn diploma laten waarderen. Zijn studie wordt hier als een bachelors erkent. Hij heeft vijf jaar als ingenieur elektronica ICT gewerkt bij een oliebedrijf in Damascus en was daarvoor eigenaar van een bedrijf in computersystemen beveiligen. Ahmed vertelde mij in vlekkeloos Engels hoe hij naar Nederland is gekomen. De reis begon met smokkelaars die hem in steeds 30 kilometer van stadje 1 naar stadje 2 in Syrië bracht. Daarna waagde hij de tocht over de Middellandse zee. Eenmaal aan land nam hij verschillende vormen van transport kris-crossend door Europa om, na 26 dagen, Nederland te bereiken en asiel aan te vragen. Eenmaal binnen kon hij regelen dat zijn vrouw en twee kinderen hier naartoe konden komen.

Voor Ahmed heeft een urgente behoefte om werk te vinden. Zijn leven stond vanaf 2015 in het teken van het gezin in veiligheid te brengen. Nu richt hij zijn blik op het onderhouden van zijn gezin. Hij wil werk hebben dat bij hem past en zingevend is. Hij had verwacht dat zijn werkconsulent hem kon ondersteunen. Hoe moeilijk kan het zijn om werk te vinden voor een ICT en communicatie expert die uitstekend Engels spreekt on in Nederland? Maar in plaats van ondersteuning te bieden heeft de werkconsulent Ahmed onder druk gezet om een contract voor een jaar aan te nemen als schoonmaker.

Mag dat, een vluchteling onder druk zetten om een contract te tekenen?

De Bijstandswet eist dat mensen het werk aanvaarden dat hen geboden is. Gemeenten kunnen mensen met een bijstandsuitkering verplichten om een ‘tegenprestatie naar vermogen’ te leveren voor hun uitkering. De tegenprestatie zou mede bedoeld zijn om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Voor Ahmed was dat een schoonmaakbaan. Voor de marketingman Brahim was dat vakkenvullen in het sorteercentrum van een supermarktketen. In een andere gemeente overkwam de Eritrese leerkrachten Yusef en Gebrehannes hetzelfde. Ze wilden graag in Nederland studeren maar werden gedwongen om een minimumloon contract met Hello Fresh! te tekenen. Hun dagen brengen ze door in een groot koelkast, waar ze thuisbezorg maaltijden inpakken. Overigens helpen deze banen de mannen niet om Nederlands te leren. Brahim spreekt nu goed Turks. Yusef en Gebrehannes werken uitsluitend met andere Eritreers. 

Vrijwilligerswerk, taalstages en werkervaringsplaatsen niet altijd nuttig

Ahmed had niets aan een werkervaringsplaats. Integendeel, hem verplichten als schoonmaker te werken heeft hem gedeprimeerd. Daarom moest alle zeilen bij zetten om in zijn toekomst in Nederland te blijven geloven. Pre-employment activiteiten hadden hem ook slechts langer van zijn doel gehouden. Dit zegt niets over het nut van werkervaringsplaatsen en pre-employment activiteiten in het algemeen. Voor mensen zoals Ahmed, mensen wier kennis en vaardigheden zonder bijscholing inzetbaar zijn in Nederland, schiet je met een kanon op een mug door deze activiteiten aan te bieden. Een voor de hand liggende oplossing is het aanbieden van een functioneel netwerk. Alle nieuwkomers hebben een functioneel netwerk nodig; mensen als Ahmed hebben ze nodig om een baan te vinden.

Voor alle vluchtelingen is een netwerk nuttig

Geef migranten een netwerk

De kracht van zwakke banden (Granovetter)

Mensen leven in netwerken met allerlei soorten relaties – vriendschapsrelaties, familierelaties, collegiale relaties, burenrelaties enzovoorts. De mensen in mijn netwerk hebben connecties met mensen buiten mijn netwerk. Hoe langer we in een land wonen en hoe meer we activiteiten met andere mensen in dit land ondernemen, hoe functioneler ons netwerk wordt.

Een functioneel netwerk is in staat om ons te helpen om een baan te vinden. Dit weten wij; het is ook een bevinding van Professor Mark Granovetter (Stanford University), beroemd om zijn onderzoek naar de rol van sociale netwerken in het vinden van een baan. Hij noemt dit de kracht van zwakke banden. Het waren niet de beste vrienden van de mensen die hun vrienden aan een baan hadden geholpen. Veel belangrijker waren de kennissen. Met kennissen is er een vertrouwensband, een gunfactor. Kennissen hebben vaak informatie dat anders is dan de informatie dat vrienden onderling met elkaar delen.

In een van de oefeningen in mijn workshop, schrijven deelnemers de namen op van mensen in Nederland die ze kennen en vertrouwen. Ik vraag dit niet om te weten hoeveel mensen ze kennen. Mijn doel is dat deelnemers zich ervan bewust worden dat hun netwerk niet alleen uit hun beste vrienden bestaat. Hun netwerk is ook de taalcoach, de contactpersoon bij Vluchtelingenwerk, de lerares van hun kind. Iedereen heeft een functioneel netwerk nodig, of ze een baan wilt hebben in de ICT willen of van richting wilt veranderen.

Zo kan het ook

Vorige week bleef de Nederlandse echtgenoot van een deelnemer bij de workshop. Hij is geboren en getogen in het stadje, kent een groot percentage van de eigenaren van uitzendbureaus, cafés, banken, makelaarskantoren enzovoorts. Hij bood de deelnemers aan om ‘lid’ te worden van hun netwerken. De deelnemers voegden op dat moment meer dan een persoon toe aan hun netwerk, ze kregen zijn hele netwerk erbij. Ineens is hun netwerk een stuk functioneler geworden.

Meer activiteiten om vluchtelingen en hun buren te verbinden

Ik wil meer activiteiten zien die gericht zijn op het versterken van de lokale netwerken – de duurzame relaties – van vluchtelingen. Daarmee wil ik zeggen: op dit moment zijn nieuwkomers onzichtbaar voor hun stadsgenoten. Ik bedoel, onze gemeenten zijn zo divers dat het niet zichtbaar is of iemand nieuw is of hier al 40 jaar woont. Nederlanders met een wens om bij te dragen aan nieuwkomers weten niet wie de nieuwkomers zijn. Activiteiten zijn nodig om de twee groepen bij elkaar te brengen. Daarbij is belangrijk dat zowel nieuwkomers als Nederlanders bij de voorbereidingen betrokken zijn. Het moeten gelijkwaardige ontmoetingen zijn, zoals Professor Halleh Ghorashi het ook stelt. Vluchtelingen zijn niet alleen ‘hulpbehoevende’. Het zijn mensen die actief bij kunnen dragen aan democratische vernieuwing in wijken en buurten.

Integratie van vluchtelingen op langer termijn

Ghorashi en Elena Ponzoni, coördinator van de Refugee Academy, stellen in hun blog op de KIS website dat er drie essentiële stappen nodig zijn voor de integratie van vluchtelingen op de lange termijn:

  • Het lerend vermogen van projecten en initiatieven moet vergroot worden. Zo kan onnodige vervlakking en herhalingen vermeden worden
  • Overheden, organisaties en wetenschappers moeten inclusieve competenties ontwikkelen om vluchtelingen vanuit hun talenten te faciliteren in hun integratieproces
  • Stakeholders moeten meer praktische plannen ontwikkelen en uitvoeren die inclusieve praktijken bevorderen.

Ik zou hier een vierde punt aan toevoegen:

  • Maak het makkelijk voor burgers om bij te dragen aan de integratie van vluchtelingen in hun gemeenschap.

Mogelijke acties

  • Nodig kerken / moskeeën / sportclubs / verenigingen uit om bijeenkomsten te organiseren waar nieuwkomers mensen kunnen leren kennen die Nederlands spreken. De Syrische mensen in uw stad kennen elkaar wel. Vraag aan enkel van hen om de uitnodiging door te sturen aan hun landgenoten.
  • Deel uitnodigingen voor evenementen van zelf-organisaties met uw netwerken.
  • Vraag ondernemersverenigingen om inclusief te zijn en ondersteun hen in het inclusief maken van hun evenementen.
  • Roep bewoners via de lokale krant op om taalmaat te worden van nieuwkomers – en koppel bijvoorvoorbeeld eenzame ouderen als taalmaat aan nieuwkomers.
  • Organiseer ontmoetingen tussen jongeren met een Nederlandse achtergrond en nieuwkomer jongeren op scholen, om te leren hoe ze elkaars netwerken kunnen benutten.
  • Ga experimenten aan. In mijn dorp gaan we een experiment aan. Maatschappelijke organisaties en nieuwkomers gaan met elkaar in dialoog – Gluren bij de buren. We laten de plaatselijke krant hieraan meewerken door er stukken over te schrijven. We sturen op een ripple effect – waarbij de acties uit zichzelf tot vervolgacties leiden.
  • Maak werkervaringsprojecten inclusief voor nieuwkomers. Zo hebben we in Zaanstad het project ’tLokaal, het kenniscentrum van de bedrijvenvereniging waar ook stageplaatsen geregeld zullen worden, ook voor nieuwkomers beschikbaar.

Wat we nog meer kunnen doen – volgens lezers van deze blog

Welke activiteiten denk jij dat een verschil kunnen maken? Ik hoor het graag!

==============

Lin McDevitt-Pugh MBA is netwerkexpert. Ze werkt met organisaties en individuen om hun vermogen om de netwerken om hen heen te benutten te vergroten. Haar uitgangspunt is dat mensen die verbonden zijn, een samenleving vormen waarin waardigheid en respect gewaarborgd worden. Hiermee heeft ze met groepen en bedrijven in Oeganda, Tanzania, Ethiopië, de VS, Groot Brittannië, Australië en Nederland gewerkt.

 

 

Onze opdrachtgevers